Yamaha TPG-535 Electronic Keyboard User Manual


 
Basisbediening
DGX-530/YPG-535 Gebruikershandleiding 67
De hoofddisplay laat alle huidige basisinstellingen zien: song, stijl, voice.
De display bevat ook een reeks aanduidingen die aangeven of de verschillende functies aan of uit staan.
Items op de hoofddisplay
* Gebruik de knop LCD CONTRAST op het
achterpaneel van het instrument om de lees-
baarheid van de display optimaal in te stellen.
Transponeren
Tempo
A-B Repeat (herhaling)
Verschijnt wanneer
herhaaldelijk afspelen is
geactiveerd.
Maatnummer
Aan/uit-iconen voor functies
Dual
Verschijnt als dual-voice is
ingeschakeld. Als dit icoon wordt
weergegeven, wordt een tweede
voice 'gelaagd' over de main-
voice afgespeeld.
Split
Verschijnt als splitvoice is
ingeschakeld. Als dit icoon wordt
weergegeven, kunnen links en
rechts van het splitpunt op het
toetsenbord verschillende voices
worden gespeeld.
Speelhulptechnologie
Verschijnt als de speelhulp-
technologie is ingeschakeld.
Harmony
Verschijnt als de harmonie-
functie actief is.
Als dit icoon wordt weerge-
geven, worden harmonienoten
toegevoegd aan de main-voice.
File Control
Als dit icoon wordt weerge-
geven, kunt u file-bewerkingen
uitvoeren.
Akkoord-
weergave
Stijlstatus (automatische
begeleiding) (pagina 26)
Verschijnt wanneer u, nadat u een
stijl hebt geselecteerd,
begeleiding inschakelt met behulp
van de knop [ACMP ON/OFF]. Als
dit wordt weergegeven, kunt u het
toetsenbord links van het splitpunt
gebruiken voor begeleidende
akkoordherkenning.
Verschijnt wanneer de functie
Synchro Stop is geactiveerd.
Naam van het stijlpatroon.
Status Registratie-
geheugen (pagina 87)
Geeft het geselecteerde
banknummer weer.
Geeft de geheugen-
nummers weer die data
bevatten. Rond het
geselecteerde nummer
verschijnt een kader.
Song-/trackstatus
(pagina's 58, 86)
Gemarkeerd tijdens de opname
van gebruikerssongs.
De track(s) die is/zijn geselec-
teerd voor opname worden
gemarkeerd tijdens het opnemen
van gebruikerssongs. Alleen
tracks die data bevatten worden
weergegeven. Rond een
geselecteerde track met data
verschijnt een kader. Rond een
gedempte track verschijnt geen
kader.