Yamaha CLP-340 Electronic Keyboard User Manual


 
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
CLP-370/340/330, CLP-S308/S306 Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
64
U kunt verscheidene parameters instellen voor
de duale modus om zo de instellingen voor de
songs die u speelt te optimaliseren. Zo kunt u
bijvoorbeeld de volumebalans aanpassen
tussen twee voices.
Functie-instellingen voor de duale modus
worden voor elke voicecombinatie afzonderlijk
ingesteld.
1. Selecteer de voices in de duale modus,
activeer de functiemodus en selecteer .
2. Druk op de knop [+/YES] om de submodus van
de functie in de duale modus te activeren en
gebruik vervolgens de knoppen [TEMPO/
FUNCTION , ] om de gewenste submodus
te selecteren. Druk op de knop [–/NO] [+/YES]
om de waarden toe te wijzen.
Submodus
F3.1: Duale balans
Instelbereik: 0 - 20 (De instelling '10' produceert
een gelijke balans tussen de twee
voices in de duale modus.
Instellingen onder de '10' verhogen
het volume van de 2e voice ten
opzichte van de 1e voice, en
instellingen boven de '10' verhogen
het volume van de 1e voice ten
opzichte van de 2e voice.)
Normale instelling:
Anders voor elke voice combinatie.
U kunt één voice instellen als de hoofdvoice en een
andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.
F3.2: Ontstemming in de duale modus
Instelbereik: -20 – 0 – 20 (Bij positieve waarden
wordt de toonhoogte van voice 1
verhoogd en de toonhoogte van
voice 2 verlaagd. Bij negatieve
waarden wordt de toonhoogte van
voice 1 verlaagd en de toonhoogte
van voice 2 verhoogd.)
Normale instelling:
Anders voor elke voice combinatie.
Ontstem voice 1 en voice 2 in de duale modus om een
voller geluid te creëren.
F3.3: Octaafverschuiving voice 1
F3.4: Octaafverschuiving voice 2
Instelbereik: –1, 0, 1
Normale instelling:
Anders voor elke voice combinatie.
U kunt afzonderlijk voor voice 1 en 2 de toonhoogte
verhogen en verlagen in stappen van een octaaf.
Afhankelijk van welke voices u combineert in de duale
modus, kan de combinatie beter klinken als een van de
voices een octaaf omhoog of omlaag wordt verschoven.
F3.5: Effectdiepte voice 1
F3.6: Effectdiepte voice 2
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling:
Anders voor elke voice combinatie.
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het
effect voor de 1e en de 2e voice in de duale modus
afzonderlijk in te stellen. (De instellingen voor de
effectdiepte kunnen alleen worden gewijzigd als
[EFFECT] op AAN staat. De functiemodus moet worden
verlaten voordat [EFFECT] kan worden aangezet.)
•'Vo ice 1' en 'Voice 2' worden uitgelegd op pagina 26.
F3.7: Herstellen
Deze functie herstelt de standaardwaarden van alle
functies in de duale modus. Druk op de knop [+/YES]
om de waarden te herstellen.
F3. Functies in de duale modus
OPMERKING
Als de duale modus niet is geactiveerd, wordt
weergegeven in plaats van en kunt u de functies van de
duale modus niet selecteren.
In dit geval kunt u naar de duale modus schakelen door twee
voices te selecteren.
OPMERKING
Het beschikbare instellingsbereik is groter in het lagere lager bereik
(± 60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents voor
C7). (100 cents komt overeen met één halve toon.)
OPMERKING
SNELLE MANIER:
U kunt direct naar de functies van de duale modus springen
door op de knop
[TEMPO/FUNCTION]
te drukken, terwijl u de twee
voiceknoppen voor de duale modus ingedrukt houdt.
Als u de functiemodus wilt verlaten, drukt u op de knop [TEMPO/
FUNCTION] zodat de indicator TEMPO oplicht.