Yamaha S112 Musical Instrument Amplifier User Manual


 
74
Hoe uw DG Series Versterker te gebruiken
Zet, om de luidspeker tegen mogelijke schade te beschermen, altijd de OUTPUT knop naar “0”
alvorens het apparaat aan te zetten.
Zorg eerst voor geluid
1. Sluit, met de voeding van de DG versterker uitgeschakeld, uw gitaar aan op de
INPUT jack op het frontpaneel. Probeer om te beginnen de LOw jack.
2. Zet de versterker aan met de OUTPUT knop op “0”.
3. Zet, als een uitgangspunt, het TRIM niveau op “5” en speel op de gitaar. Ver-
hoog vervolgens het OUTPUT niveau.
4. Als u eenmaal geluid heeft kunt u doorgaan met het afstellen van het TRIM
niveau zoals omschreven in het volgende gedeelte.
wijzig het TRIM niveau
Met het TRIM niveau kunt u het outputniveau van de gitaar instellen op een
optimaal niveau, dat overeenkomt met de INPUT jack van de DG versterker.
Met een goed ingesteld TRIM niveau is er duidelijk onderscheid tussen het
spelen van subtiele nuances en de attack van een sterke aanslag. Een on-
juist gewijzigd trim niveau resulteert in ruis, feedback en/of een afgekapt
geluid.
* Het outputniveau tussen gitaren varieert. Als u van gitaar wisselt is het nodig
om het trim niveau opniew te wijzigen, zodat deze met de andere gitaar
overeenkomt.
* HIGH en LOw inputniveaus zijn verschillend. Zorg ervoor, zelfs als dezelfde
gitaar gebruikt wordt, dat het TRIM niveau opnieuw wordt gewijzigd als een
verschillende input jack wordt gebruikt.
* Zorg ervoor, zelfs als u gebruik maakt van vervorming, dat het TRIM niveau
juist is gewijzigd en gebruik de GAIN knop om vervorming te creëren.
1. Zet het volume van de gitaar op maximaal en sla hard aan op de gitaar. Begin
met het wijzigen van het TRIM niveau.
Een optimaal niveau is tot stand gebracht als de Groene LED brandt.
2. Ga door met de TRIM knop naar rechts te draaien, zo lang de Rode LED niet
brandt. Zet het TRIM niveau op “10” als de Rode LED niet brandt.
* Als de Rode LED nog steeds niet brandt, verlaag dan het TRIM niveau, sluit
de gitaar aan op de HIGH input jack en herhaal de vorige procedure.
Geluidsinstellingen
Selecteer één van de acht preset versterker typen van de DG versterker en
wijzig het geluid van de gitaar vervolgens met de GAIN+MASTER en toon-
knoppen.
1. Selecteer een versterker type met één van de AMP SELECT knoppen. De LED
van de geselecteerde versterkerknop gaat branden.
2. Wijzig met de GAIN, MASTER en de vijf toonknoppen de kleur van het gitaar-
geluid.
HINT OUTPUT knop en MASTER knop
Het draaien aan beide knoppen wijzigt het volume. De MASTER knop
bestuurt het master volume van de voorversterker. Deze instelling
wordt opgeslagen in het geheugen. De OUTPUT knop bestuurt het
volume van de versterker. Deze instelling wordt niet opgeslagen in
het geheugen.
Volumeniveaus van individuele geheugeninstellingen zouden moeten
worden ingesteld met de MASTER knop. Het outputniveau van de
luidspreker mag worden geregeld met de OUTPUT knop.
* Als een AMP SELECT knop wordt ingedrukt keren alle knoppen (behalve TRIM,
OUTPUT en REVERB) terug naar hun preset posities. (GAIN en MASTER = 7,
alle toonknoppen = 5. Zie, om gewijzigde instellingen te bewaren, het “Instellingen
Bewaren” gedeelte op pagina 75.)
Reverb Instellingen
1. Selecteer met de REVERB knop een reverb type. Iedere keer dat de REVERB
knop wordt ingedrukt wandelt het type door SPRING HALL PLATE instel-
lingen. De lamp voor het geselecteerde reverb type brandt.
2. Wijzig met de REVERB knop de hoeveelheid reverb.
* Reverb instellingen (type en REVERB knop instellingen) blijven geldig, zelfs als
de AMP SELECT knop wordt ingedrukt om het versterker type te wijzigen. Als
een ander geheugennummer wordt opgeroepen, worden de reverb instellingen
van dát geheugennummer geldig (opgeroepen).
Effect (Tremolo, Chorus, Tape Echo) instellingen
1. Druk op de toets zodat het EFFECT lampje gaat branden. Wanneer de
effect functie ingeschakeld is, zullen alle knoppen van GAIN – REVERB terug-
gezet worden op de in het geheugen opgeslagen stand.
2. Gebruik de GAIN – REVERB knoppen om de grootte van elk van de effecten naar
wens aan te passen.
Tremolo Effect
GAIN (SPEED: Tremolo snelheid)
Stelt de snelheid van het Tremolo Effect in (de snelheid waarmee het
volume van het effect toe- en afneemt). Draai de knop naar rechts om de
snelheid te vergroten.
MASTER (DEPTH: Tremolo diepte)
Stelt de diepte van het Tremolo Effect in (de boven- en ondergrens van
het volume van het effect). Draai de knop naar rechts om meer effect te
laten produceren.
Chorus Effect
TREBLE (SPEED: Chorus snelheid)
Stelt de snelheid van het Chorus Effect in (de snelheid waarmee het
volume van het effect toe- en afneemt). Draai de knop naar rechts om de
snelheid te vergroten.
HIGH MID (DEPTH: Chorus diepte)
Stelt de diepte van het Chorus Effect in (de boven- en ondergrens van
het volume van het effect). Draai de knop naar rechts om meer effect te
laten produceren.
LOW MID (LEVEL: Chorus niveau)
Stelt het mengniveau in voor het Chorus Effect.
Tape Echo Effect
BASS (TIME: Echo Time)
Stelt de hoeveelheid tijd in tussen het klinken van de snaar en het echo
geluid (de hoeveelheid tijd tussen één echo en de volgende). Draai de
knop naar rechts om de hoeveelheid tijd te verhogen.
PRESENCE (FEEDBACK)
Stelt de lengte van de herhaling (echo repeat) in. Draai de knop naar
rechts om de lengte te verhogen. Draait u de knop te veel naar rechts
kan dit resulteren in onhandelbare feedback, gebruikt het a.u.b. voor-
zichtig.
REVERB (LEVEL: Echo Niveau)
Stelt het volume niveau van de echo in.
3. Wanneer u klaar bent met instellen, dient u op de of toets
te drukken, waarna het AMP lampje zal geen branden.
Alle knoppen van GAIN – REVERB zullen nu terugkeren naar de stand waarin ze
stonden voor de EFFECT functie werd ingeschakeld.
* Instellingen voor de effecten blijven van kracht ook al wordt de AMP SELECT
toets ingedrukt om een ander versterker type te kiezen. Wanneer u een ander
geheugennummer oproept met de daarvoor bedoelde functie (zie bladzijde 75),
zullen de instellingen voor de effecten die zijn opgeslagen onder dat geheugen-
nummer ingesteld worden.
Met de procedures op deze pagina, kunt u originele geluiden
(instellingen) creëeren en samen met de effect instellingen
opslaan in het interne geheugen van de DG versterker zodat u
het op ieder moment direct kunt oproepen. De procedure voor
het opslaan van data in het geheugen wordt uitgelegd op de
volgende pagina.
DG100-212A/DG80-210A/DG80-112A/DG130HA