Pioneer DJM-400 DJ Equipment User Manual


 
56
<DRB1404>
Du
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
MIC
HEADPHONES
POWER
MAXMIN
MASTER
CH-1 CH-2
HILOW
BPM
AUTO
TAP
PITCH
ERASE
BEAT
1
3
4
1
1
2
1
4
1
1
2
2
4
8
16
DELAY
1
2
MIC
MASTER
FILTER
ECHO
FLANGER
PHASER
ROBOT
ROLL
IN-LOOP
SAMPLER
CH. SELECT
LEVEL/DEPTH
ON/OFF
CD 1
+ 9
0
PHONO 1
/LINE 1
CD 2
PHONO 2
/LINE 2
2 CHANNEL DJ MIXER
TRIM
+ 9
HI
+ 9
MID
+ 9
LOW
+ 9
TRIM
+ 9
HI
+ 9
MID
+ 9
LOW
EQ
EQ
MASTER
LEVEL
OVER
4
2
00
-2
-4
-10
dB dB
OVER
4
2
-2
-4
-10
THRU
OFF TALK
OVER
MIC
MIC 1 LEVEL
MASTER
BEAT EFFECTS
0
LEVEL
0
MIC 2 LEVEL
0
FADER
START
FADER
START
LEVEL
PHONES
EQ
ON
BANK
BEAT
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
24
25
14
13
20
21
22
23
15
16
17
18
19
1
26
27
28
29
30
2
3
4 4
3
5 5
6
7
8
10
6
9
11
8
12
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
1 Kanaal 1 ingangskeuzeschakelaar
CD 1:
De CD ingangsaansluitingen (lijnniveau-ingangssignaal) zijn gekozen.
PHONO 1/LINE 1:
De PHONO/LINE ingangsaansluitingen zijn gekozen.
De PHONO/LINE schakelaar op het aansluitingenpaneel wordt
gebruikt om de functie van de kanaal 1 aansluitingen om te
schakelen tussen platenspeleringang (ingangssignaal van
analoge platenspeler) en lijningang (lijnniveau-ingangssignaal).
2 Kanaal 2 ingangskeuzeschakelaar
CD 2:
De CD ingangsaansluitingen (lijnniveau-ingangssignaal) zijn gekozen.
PHONO 2/LINE 2:
De PHONO/LINE ingangsaansluitingen zijn gekozen.
De PHONO/LINE schakelaar op het aansluitingenpaneel wordt
gebruikt om de functie van de kanaal 2 aansluitingen om te
schakelen tussen platenspeleringang (ingangssignaal van
analoge platenspeler) en lijningang (lijnniveau-ingangssignaal).
3 TRIM regelaar
Voor het instellen van het ingangsniveau van elk kanaal.
(Instelbereik: tot +9 dB, middenstand is ongeveer 0 dB)
4 Kanaal-hogetonenregelaar (HI)
Voor het instellen van de hoge frequenties (hoge tonen) van elk
kanaal (met afbreekfunctie). (Instelbereik: tot +9 dB)
5 Kanaal-middentonenregelaar (MID)
Voor het instellen van de middenrequenties
(middentonen) van elk kanaal (met afbreekfunctie).
(Instelbereik: tot +9 dB)
6 Kanaal-lagetonenregelaar (LOW)
Voor het instellen van de lage frequenties (lage
tonen) van elk kanaal (met afbreekfunctie).
(Instelbereik: tot +9 dB)
7 Kanaalniveau-indicators
Deze indicators tonen het huidige niveau voor elk
kanaal, met een 0,6-seconde piekvasthoudfunctie.
8 Kanaalfader-schuifregelaars
Voor het instellen van het geluidsvolume van elk
kanaal. (Instelbereik: tot 0 dB)
9 Kanaal 1 faderstarttoets/indicator
(FADER START)
Bij enkele malen indrukken van deze toets wordt de
faderstart/terug-naar-cue functie voor de DJ CD-
speler aangesloten op kanaal 1 beurtelings in/
uitgeschakeld. De toets licht op wanneer de functie
ingeschakeld is. Als de functie ingeschakeld is, zal de
werking verschillen afhankelijk van de instelling van
de kruisfader-keuzeschakelaar.
Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de linkerstand
(THRU) staat, is de functie gekoppeld aan de
bediening van de kanaalfader-schuifregelaar (en
niet gekoppeld aan de kruisfader).
Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de midden-
stand ( ) of de rechterstand ( ) staat, is de
functie gekoppeld aan de kruisfader-schuifregelaar
(en niet gekoppeld aan de kanaalfader).
10 Kanaal 2 faderstarttoets/indicator
(FADER START)
Bij enkele malen indrukken van deze toets wordt de
faderstart/terug-naar-cue functie voor de DJ CD-
speler aangesloten op kanaal 2 beurtelings in/
uitgeschakeld. De toets licht op wanneer de functie
ingeschakeld is. Als de functie ingeschakeld is, zal de
werking verschillen afhankelijk van de instelling van
de kruisfader-keuzeschakelaar.
Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de linkerstand (THRU) staat,
is de functie gekoppeld aan de bediening van de kanaalfader-
schuifregelaar (en niet gekoppeld aan de kruisfader).
Als de kruisfader-keuzeschakelaar in de middenstand ( ) of de
rechterstand ( ) staat, is de functie gekoppeld aan de kruisfader-
schuifregelaar (en niet gekoppeld aan de kanaalfader).
11 Kruisfader-keuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u instellen of de kruisfader wel of niet gebruikt
moet worden en tevens kunt u uit twee typen kruisfadercurven kiezen.
Als de schakelaar in de linkerstand (THRU) staat, is de kruisfader
uitgeschakeld en is de kanaalfaderuitvoer gemengd zonder dat
deze via de kruisfader loopt.
Als de schakelaar in de middenstand ( ) staat, is de kruisfader
ingeschakeld en is er een langzaam stijgende curve gekozen.
Als de schakelaar in de rechterstand ( ) staat, is de kruisfader
ingeschakeld en is er een snel stijgende curve gekozen (zodra de
schuifregelaar de [< 1] kant verlaat, hoort u het [2 >] geluid).
12 Kruisfader-schuifregelaar
Het geluid van kanaal 1 en kanaal 2 wordt uitgevoerd
overeenkomstig de kruisfadercurve die gekozen is met de kruisfader-
keuzeschakelaar. De kruisfaderfunctie werkt niet wanneer de
kruisfader-keuzeschakelaar in de [THRU] stand staat.