Yamaha CLP-220 Musical Instrument User Manual


 
CLP-220 Voices selecteren en bespelen
20
Variatie in het geluid aanbrengen – Reverb
Met deze regelaar kunt u verscheidene digitale reverbeffecten selecteren die extra diepte en
expressie aan het geluid toevoegen om zo een realistische akoestische ambiance te creëren.
Houd de knop [PIANO/VOICE] ingedrukt en druk op een van de toetsen C2-E2 om een
reverbtype te selecteren.
De reverbdiepte aanpassen
U past de reverbdiepte voor de geselecteerde voice aan door de knop [PIANO/VOICE]
ingedrukt te houden en op een van de toetsen C3–G
4 te drukken. Het dieptebereik
ligt tussen 0 en 20.
Houd de knop [PIANO/VOICE] ingedrukt en druk op de toets A4 om de reverb
in te stellen op de diepte die het meest geschikt is voor de geselecteerde voice.
Procedure
Toets Reverbtype Beschrijving
C2 Room Deze instelling voegt een reverbeffect toe aan het geluid dat
overeenkomt met het type akoestische nagalm dat u in een kamer
zou horen.
C
2 Hall1 Voor een 'groter' reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 1. Dit
effect bootst de natuurlijke akoestiek van een kleine concertzaal na.
D2 Hall2
Voor een echt ruimtelijk reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 2.
Dit effect bootst de natuurlijke akoestiek van een grote concertzaal na.
D
2 Stage Hiermee wordt de reverb van een podiumomgeving nagebootst.
E2 Uit Er wordt geen effect toegepast.
C2 D2 E2
C 2
D 2
De laagste toets
Het standaardreverbtype
(inclusief UIT) en de
diepte-instellingen zijn
voor elke voice anders.
diepte 0: geen effect
diepte 20: maximale
reverbdiepte
C3: diepte 0
G 4: diepte 20
De laagste toets
A4
De dieptewaarde neemt toe als u op hogere toetsen drukt.