6
CHANNEL CONTROL
1 2 3
Volumeregelaars 1–3
Met deze regelaars kunt u het volume van de apparaten die op deze
kanalen zijn aangesloten, aanpassen.
Als u de regelaar naar rechts draait, verhoogt u het volume.
U kunt een microfoon aansluiten op CH 1.
Als u een microfoon aansluit, draait u de regelaar naar de frequentie
die wordt aangeduid met MIC.
* Als u een kanaal niet gebruikt, laat u de volumeregelaar van dit
kanaal op 0 staan.
MASTER CONTROL
4
Regelaar [EFFECT]
U kunt deze regelaar instellen op drie standen die overeenkomen met
drie eecten, en de diepte van het eect aanpassen.
REVERB:
Met dit eect krijgt u de galm van een concertzaal.
Dit is een galmeect in stereo dat een gevoel van ruimte creëert.
De stand van de regelaar regelt het volume van de galm.
Dit eect is ook ideaal voor een microfoon die op CH 1 is aangesloten.
CHORUS:
Dit eect voegt diepte en een gevoel van ruimte aan het geluid toe.
De stand van de regelaar bepaalt de diepte van het eect.
Dit eect is bijzonder geschikt voor geluiden zoals strijkers.
WIDE:
Dit is een choruseect in stereo dat drie afzonderlijke
frequentiebanden produceert en zo een breed en vol eect creëert.
Het lage bereik blijft strak in het centrum gesitueerd en het geluid
zal weidser worden wanneer u van het middenbereik naar het hoge
bereik gaat.
* Het eect wordt niet toegepast op het geluid dat binnenkomt via
een AUX IN-ingang.
5 6
Equalizer
Hiermee kunt u de toon van de luidspreker en de hoofdtelefoon aanpassen.
Normaal gezien plaatst u deze regelaars in stand 0.
* Deze regelaars hebben geen invloed op de uitvoer van de LINE
OUT-uitgang.
Regelaar[LOW]
Met deze regelaar bepaalt u het tonale karakter van het
lagefrequentiebereik aan.
Regelaar[HIGH]
Met deze regelaar bepaalt u het tonale karakter van het
hogefrequentiebereik.
7
VOLUME
Regelaar[VOLUME]
Met deze regelaar bepaalt u het algemene volume van de luidsprekers
van de KC-110.
Als u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, past u hiermee het volume
van de hoofdtelefoon aan.
* De regelaar [VOLUME] heeft geen invloed op de uitvoer van de LINE
OUT-uitgang.
8
PHONES
PHONES-aansluiting
U kunt een stereohoofdtelefoon aansluiten op deze uitgang.
* Als u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, komt er geen geluid uit
de luidsprekers.
* U moet de regelaar [VOLUME] op 0 zetten voordat u de
hoofdtelefoon aansluit.
9
POWER
Schakelaar[POWER]
Hiermee kunt u de KC-110 in- en uitschakelen (p. 5).
POWER-lampje
Dit lampje brandt wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
* Het POWER-lampje wordt zwakker
naarmate de batterijen leger worden.
Als de batterijen nog leger raken, zal het
POWER-lampje knipperen.
Vervang in dit geval de gebruikte
batterijen door nieuwe.
POWER-lampje
Benamingen en functies
Voorpaneel
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Hoofdtelefoon