Pioneer DJM-900SRT DJ Equipment User Manual


 
1717
Nl
Nederlands
Aanwijzingen voor het instellen van de MIDI-kanalen vindt u op Instellingen
aanpassen op bladzijde 23.
Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft MIDI-toewijzingstabel op bladzijde
21.
1 Verbind de [USB]-aansluiting van dit apparaat met de
computer.
Zie Aansluiten op het bedieningspaneel op bladzijde 11 voor nadere details over de
aansluitingen.
2 Start de DJ-software op.
3 Druk op de [ON/OFF (UTILITY)] knop.
Schakel de MIDI-functie in.
De verzending van MIDI-berichten begint.
Wanneer een fader of andere regelaar wordt verplaatst, zal er een bericht wor-
den verstuurd dat de nieuwe positie doorgeeft.
Wanneer de [START/STOP] toets wordt ingedrukt en meer dan 2 seconden
ingedrukt wordt gehouden, wordt er een set MIDI-meldingen die corresponderen
met de toets, fader of de posities van de instellingen verstuurd (Snapshot).
Wanneer er nog eens op [ON/OFF (UTILITY)] wordt gedrukt, wordt het versturen
van MIDI-meldingen gestopt.
De MIDI-tijdklok (met BPM-informatie) wordt altijd verzonden, ongeacht de
status van de [ON/OFF/UTILITY] knop.
Voorbereidingen voor het gebruiken van de MIDI
LFO-functie
De MIDI-compatibele software, apparatuur enz. (hieronder de “MIDI-ontvangstkant”
genoemd) moet worden voorbereid (“geleerd”) voor de MIDI LFO-functie gebruikt
kan worden.
Voer de juiste handelingen voor het “leren” uit aan de MIDI-ontvangstkant.
Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft MIDI-toewijzingstabel op bladzijde
21.
1 Druk op de [ON/OFF (UTILITY)] knop.
Schakel de MIDI-functie in.
2 Verdraai de beateffect-keuzeschakelaar.
Selecteer [SND/RTN (MIDI LFO)].
[S/RELFO] knippert op het effectgedeelte van het display, waarna [SND/RTN] zal
verschijnen.
3 Druk op de [ON/OFF] toets voor [BEAT EFFECTS].
Laat de MIDI-ontvangstkant de MIDI-melding van de [ON/OFF]-toets met betrekking
tot het [BEAT EFFECTS] leren.
De MIDI-melding die door de [ON/OFF]-toets wordt verstuurd met betrekking tot
het [BEAT EFFECTS] verschilt wanneer [SND/RTN (MIDI LFO)] is geselecteerd
en wanneer iets anders dan [SND/RTN (MIDI LFO)] is geselecteerd.
De MIDI-melding van de [ON/OFF]-toets met betrekking tot het [BEAT EFFECTS]
wanneer [SND/RTN (MIDI LFO)] is geselecteerd, wordt alleen verzonden wan-
neer de handeling wordt uitgevoerd volgens deze procedure.
4 Druk op de [LFO FORM (WAKE UP)] knop.
Laat de MIDI-ontvangstkant de MIDI-melding van de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets
leren.
[1/7 ] en [1/7 LFO] verschijnen om en om op het effectgedeelte van het
display.
Stel indien nodig de MIDI-mapping in voor andere toetsen en
bedieningsorganen.
Omdat de MIDI-melding van de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets als een reeks
instructies wordt verzonden, kan het zijn dat, mede afhankelijk van de instellin-
gen aan de MIDI-ontvangstkant, de MIDI-melding niet “geleerd” kan worden.
Druk op de [LFO FORM(WAKE UP)]-toets en schakel over naar [SND/RTN] om
de MIDI-mapping voor andere toetsen en bedieningsorganen in te stellen.
Gebruiken van MIDI LFO
Maak van tevoren de voorbereidingen volgens de procedure onder Voorbereidingen
voor het gebruiken van de MIDI LFO-functie.
1 Verdraai de beateffect-keuzeschakelaar.
Selecteer [SND/RTN (MIDI LFO)].
[S/RELFO] knippert op het effectgedeelte van het display, waarna [SND/RTN] zal
verschijnen.
2 Druk op de [LFO FORM (WAKE UP)] knop.
De verzending van MIDI-signalen begint.
Het golfvormpatroon van het MIDI-signaal verandert telkens wanneer er op
[LFO FORM (WAKE UP)] wordt gedrukt.
SND/RTN 1/7 2/7 3/7
4/7 5/7 6/7 7/7
3 Druk op de [BEAT , ] toets.
Stel de uitvoertijd voor de golfvorm van het MIDI-signaal in.
4 Druk op [ON/OFF] of [BEAT EFFECTS], of raak het [X-PAD]
aan.
De MIDI-melding voor het inschakelen van het effect wordt verstuurd.
Wanneer de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets wordt ingedrukt en een instelling
van [1/7 ] – [7/7 ] wordt geselecteerd, kan de MIDI-melding voor de
onderstaande toetsen en bedieningsorganen ook worden verzonden wanneer de
MIDI-stand is uitgeschakeld.
[X-PAD] (Aanraken K loslaten)
[CUE]-toets voor het [BEAT EFFECTS]
Effectkanaal-keuzeschakelaar
[LEVEL/DEPTH] instelling
[ON/OFF]-toets voor het [BEAT EFFECTS]
Wanneer de [LFO FORM (WAKE UP)]-toets wordt ingedrukt om te schakelen
tussen [SND/RTN] en [MIDI LFO], zal BEAT EFFECT automatisch worden
uitgeschakeld.
Het is niet mogelijk te schakelen te schakelen tussen [SND/RTN] en [MIDI LFO]
terwijl het [X-PAD] wordt aangeraakt.
Verzenden van de berichten voor MIDI-start en MIDI-stop
Druk op de [START/STOP] toets voor [MIDI].
De berichten voor MIDI-start en MIDI-stop worden beurtelings verzonden, tel-
kens wanneer u op de [START/STOP] toets drukt, ongeacht of de MIDI-functie
aan of uit staat.
Bediening van een externe MIDI-sequencer
Dit toestel geeft ook informatie door over de stand van knoppen en schuifregelaars
via het universele MIDI-protocol.
Dit apparaat geeft het tempo van de weergegeven geluidsbron (de BPM-informatie)
door als de MIDI-tijdklok. Dit kan worden gebruikt voor het synchroniseren van een
externe MIDI-sequencer met het tempo van de geluidsbron.
Zie voor de berichten die dit toestel doorgeeft MIDI-toewijzingstabel op bladzijde
21.
Externe MIDI-sequencers die niet geschikt zijn voor de MIDI-tijdklok kunnen niet
worden gesynchroniseerd.
Externe MIDI-sequencers kunnen niet worden gesynchroniseerd voor geluids-
bronnen waarvan het BPM-tempo niet betrouwbaar kan worden gemeten.
MIDI-tijdkloksignalen worden ook doorgegeven bij BPM-waarden die handmatig
zijn ingevoerd door het aantikken van de [TAP] toets met een vinger. Het bereik
van de MIDI-tijdklok loopt van 40 BPM tot 250 BPM.
1 Verbind de [MIDI OUT]-aansluiting met de MIDI IN-
aansluiting van de externe MIDI-sequencer met een in de
handel verkrijgbare MIDI-kabel.
2 Stel de synchronisatiefunctie van de externe MIDI-
sequencer in op “Slave”.
3 Druk op de [START/STOP] toets voor [MIDI].
Het MIDI-startbericht wordt verzonden.
4 Druk op [ON/OFF] in het [MIDI]-gedeelte.
De verzending van MIDI-berichten begint.