Pioneer DJM-900SRT DJ Equipment User Manual


 
1919
Nl
Nederlands
Frequentie
BEAT , toetsen (parameter 1)
Gebruik deze om de cyclus in te stellen voor het verplaatsen
van de afsnijfrequentie als tijd, 1/464/1, in verhouding tot de
tijd voor één beat van de BPM.
TIME instelling (parameter 2)
Gebruik deze om de plaats in te stellen waar de grensfrequen-
tie verplaatst wordt.
10 tot 32000 (ms)
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te gepronon-
ceerder klinkt het effect.
X-PAD (parameter 4)
De cyclus waarmee de grensfrequentie fluctueert, verandert
met kleine beetjes.
FLANGER
1
Een flangereffect van 1-cyclus lang wordt geproduceerd overeenkomstig de beat-
fractie die is ingesteld met de [BEAT , ] toetsen.
Cyclus
Tijd
Korte vertraging
BEAT , toetsen (parameter 1)
Gebruik deze om een effecttijd in te stellen van 1/464/1 in
verhouding tot de tijd voor één beat van de BPM.
TIME instelling (parameter 2)
Gebruik dit om de cyclus in te stellen waarmee het flangeref-
fect wordt verplaatst.
10 tot 32000 (ms)
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te gepronon-
ceerder klinkt het effect.
Wanneer u de knop geheel naar links draait, wordt alleen het
oorspronkelijk geluid weergegeven.
X-PAD (parameter 4)
De cyclus waarmee het flangereffect fluctueert, verandert met
kleine beetjes.
PHASER
1
Het phasereffect wordt gewijzigd overeenkomstig de beatfractie die is ingesteld met
de [BEAT , ] toetsen.
Cyclus
Faseverschuiving
Tijd
BEAT , toetsen (parameter 1)
Gebruik deze om de cyclus in te stellen voor het verplaatsen
van phasereffect als tijd, 1/464/1, in verhouding tot de tijd
voor één beat van de BPM.
TIME instelling (parameter 2)
Deze bepaalt de cyclus waarmee het phaser-effect wordt
verplaatst.
10 tot 32000 (ms)
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te gepronon-
ceerder klinkt het effect.
Wanneer u de knop geheel naar links draait, wordt alleen het
oorspronkelijk geluid weergegeven.
X-PAD (parameter 4)
De cyclus waarmee het phasereffect fluctueert, verandert met
kleine beetjes.
ROBOT
1
Het oorspronkelijke geluid wordt veranderd in een geluid als van een robot.
BEAT , toetsen (parameter 1)
Gebruik deze om de hoeveelheid effectgeluid te regelen.
-100100 (%)
TIME instelling (parameter 2)
Gebruik deze om de hoeveelheid effectgeluid te regelen.
-100100 (%)
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Regelt de balans tussen het oorspronkelijke geluid en het
effectgeluid.
X-PAD (parameter 4) Dit verandert de hoeveelheid effectgeluid.
MELODIC
1
2
Het middenbereik van het geluid dat binnenkomt op het punt waar de [ON/OFF]-
toets wordt ingedrukt zal worden opgenomen en het opgenomen geluid wordt gere-
produceerd aan de hand van het niveau van het binnenkomende geluid.
BEAT , toetsen (parameter 1)
Dit stelt de manier in waarop het opgenomen geluid wordt
afgespeeld.
TIME instelling (parameter 2)
Dit stelt de manier in waarop het opgenomen geluid wordt
afgespeeld.
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Dit regelt de balans tussen het oorspronkelijke geluid en het
opgenomen geluid.
X-PAD (parameter 4)
Dit stelt de manier in waarop het opgenomen geluid wordt
afgespeeld.
SLIP ROLL
1
2
Het geluid dat wordt ingevoerd op het punt waar er op [ON/OFF] wordt gedrukt
wordt opgenomen en het opgenomen geluid wordt herhaaldelijk gereproduceerd
overeenkomstig de beatfractie die is ingesteld met de [BEAT , ] toetsen.
Wanneer de effecttijd verandert, wordt het inkomend geluid opnieuw opgenomen.
1/1 herhaling1/2 herhaling
Origineel
Herhaling
Gewijzigd van
1/2 naar 1/1
Effect
ingeschakeld
BEAT , toetsen (parameter 1)
Gebruik deze om een effecttijd in te stellen van 1/1616/1 in
verhouding tot de tijd voor één beat van de BPM.
TIME instelling (parameter 2)
Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.
10 tot 4000 (ms)
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Gebruik deze om de balans te regelen van het oorspronkelijke
geluid en de ROLL.
X-PAD (parameter 4) Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.
ROLL
1
2
Het geluid dat wordt ingevoerd op het punt waar er op [ON/OFF] wordt gedrukt
wordt opgenomen en het opgenomen geluid wordt herhaaldelijk gereproduceerd
overeenkomstig de beatfractie die is ingesteld met de [BEAT , ] toetsen.
Effect ingeschakeld
Herhaald
Origineel
1/1
herhaling
BEAT , toetsen (parameter 1)
Gebruik deze om een effecttijd in te stellen van 1/1616/1 in
verhouding tot de tijd voor één beat van de BPM.
TIME instelling (parameter 2)
Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.
10 tot 4000 (ms)
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Gebruik deze om de balans te regelen van het oorspronkelijke
geluid en de ROLL.
X-PAD (parameter 4) Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.
REV ROLL
1
2
Het geluid dat wordt ingevoerd op het punt waar er op [ON/OFF] wordt gedrukt
wordt opgenomen en het opgenomen geluid wordt omgekeerd en dan herhaaldelijk
gereproduceerd overeenkomstig de beatfractie die is ingesteld met de [BEAT , ]
toetsen.
Effect ingeschakeld
Omgekeerd en herhaald
Origineel
1/1 omkeer-
herhaling
BEAT , toetsen (parameter 1)
Gebruik deze om een effecttijd in te stellen van 1/1616/1 in
verhouding tot de tijd voor één beat van de BPM.
TIME instelling (parameter 2)
Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.
10 tot 4000 (ms)
LEVEL/DEPTH instelling (para-
meter 3)
Gebruik deze om de balans te regelen van het oorspronkelijke
geluid en de ROLL.
X-PAD (parameter 4) Gebruik deze om de effecttijd in te stellen.