Yamaha CVP-301 Electronic Keyboard User Manual


 
Uw instrument gebruiken met
andere apparaten
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
182
6
De voetschakelaar of
voetregelaar gebruiken
([AUX PEDAL]-aansluiting)
Wanneer u een voetregelaar of voetschakelaar aansluit
op de [AUX PEDAL]-aansluiting, kunt u verschillende
toewijsbare functies gemakkelijk regelen. Wanneer u
bijvoorbeeld de voetregelaar FC7 aansluit en de
volumeregeling daaraan toewijst, kunt u expressie
toevoegen aan uw spel door het volumeniveau van de
gespeelde noten te regelen. Wanneer u de
voetschakelaar FC4 of FC5 aansluit en de functie voor
het starten/stoppen van het afspelen van de stijl eraan
toewijst, kunt u het afspelen van de stijl starten en
stoppen met uw voet. (In dit geval heeft het pedaal
dezelfde functie als de knop STYLE CONTROL [START/
STOP].) Met de onderstaande instructies kunt u de
toewijsbare functies weergeven.
Bepaalde functies toewijzen aan de
verschillende voetpedalen
U kunt de functies niet alleen toewijzen aan de
voetschakelaar of voetregelaar maar ook aan de drie
pianopedalen van het instrument (Right, Center en Left).
In de onderstaande uitleg worden verwante
bewerkingen en toewijsbare functies (parameters)
besproken.
1
Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION]
[D] CONTROLLER
TAB [
]
PEDAL
2
Gebruik de knoppen [A]/[B] om één van de drie
voetpedalen of het pedaal dat is aangesloten op
de AUX-aansluiting te selecteren waaraan de
functie moet worden toegewezen.
3
Selecteer met de knop [1
ππ
ππ
] de functies die
moeten worden toegewezen aan het pedaal dat
is opgegeven in stap 2.
Verderop vindt u een overzicht met de details over
de pedaalfuncties.
4
Gebruik de knoppen [2
ππ
ππ
]–[8
ππ
ππ
] om de
details van de geselecteerde functies in te
stellen.
De beschikbare parameters verschillen, afhankelijk
van de functie die in stap 3 is geselecteerd. Details
over de parameters worden verderop gegeven.
5
Controleer of de gewenste functie regelbaar is
met het pedaal door daadwerkelijk het pedaal in
te drukken.
Details over de pedaalfuncties worden hier opgesomd.
Gebruik voor functies die voorzien zijn van '
*
' alleen
de voetregelaar, aangezien de juiste handeling niet kan
worden verricht met een voetschakelaar.
LET OP
Zorg ervoor dat u het pedaal alleen aansluit of loskoppelt
als het instrument uit staat.
• Stel NTSC of PAL in zodat dit overeenkomt met de
standaard die door uw videoapparatuur wordt gebruikt.
• Als LYRICS is geselecteerd als de inhoud van het Video Out-
signaal, worden alleen de songteksten van de song
uitgevoerd via VIDEO OUT, ongeacht de display die op het
instrument is opgeroepen.
• Vermijd het om lang achter elkaar naar de televisie of
videomonitor te kijken, aangezien dit schade aan uw
gezichtsvermogen zou kunnen toebrengen. Pauzeer
regelmatig en stel uw ogen in op verder weg gelegen
objecten om oogirritatie te voorkomen.
OPMERKING
Voetpedalen
Voetschakelaar
FC4 (optioneel)
Voetschakelaar
FC5 (optioneel)
Voetregelaar FC7
(optioneel)
De polariteit van het pedaal instellen
De werking van Pedaal aan/uit kan verschillen, afhankelijk
van het specifieke pedaal dat u op het instrument heeft
aangesloten. Het indrukken van één pedaal bijvoorbeeld
kan de geselecteerde functie aanzetten, terwijl het
indrukken van een pedaal van een ander fabrikaat/merk de
functie uit kan zetten. Gebruik, indien nodig, deze
instelling om de werking om te draaien. Druk op de knop
[I] (AUX PEDAL POLARITY) om de polariteit om te draaien.
De voetschakelaar of voetregelaar gebruiken (aansluiting [AUX PEDAL])