Yamaha CVP-301 Electronic Keyboard User Manual


 
Voice creëren (Sound Creator)
CVP-305/303/301 Gebruikershandleiding
95
Voices gebruiken, creëren en bewerken
Bewerkbare parameters in de displays van SOUND CREATOR
[ORGAN FLUTES]
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de bewerkbare parameters die
worden ingesteld in de displays die worden beschreven in stap 3 van de
'Basisprocedure' op pagina 93. De Organ Flutes-parameters zijn ondergebracht in
drie verschillende pagina's. Hierna worden de parameters van elke pagina
afzonderlijk beschreven. Zij worden tevens behandeld als onderdeel van de Voice
Set-parameters (pagina 96), die automatisch worden opgeroepen wanneer de voice
wordt geselecteerd.
FOOTAGE, VOLUME/ATTACK (algemene parameters)
FOOTAGE
VOLUME/ATTACK
ORGAN TYPE Met deze parameter wordt het type orgeltoongenerator opgegeven
dat zal worden nagebootst: Sine (sinus) of Vintage.
ROTARY SP SPEED Hiermee wordt beurtelings overgeschakeld tussen de langzame en
de snel draaiende luidspreker als een effect voor draaiende
luidspreker is geselecteerd voor de Organ Flutes (zie de parameter
van het DSP-type 'EFFECT/EQ' op pagina 93) en als de DSP voor
voice-effect (pagina 93) is ingeschakeld (deze parameter heeft
hetzelfde effect als de Voice Effect-parameter VARIATION ON/OFF).
VIBRATO ON/OFF Hiermee wordt het vibrato-effect voor de Organ Flutes-voice
beurtelings ingesteld op ON of OFF.
VIBRATO DEPTH Hiermee wordt de vibratodiepte ingesteld op een van drie niveaus:
1 (laag), 2 (midden) of 3 (hoog).
Footage (voetmaat):
De term 'voetmaat' refereert aan
de klankopwekking met
traditionele orgelpijpen, waarbij
het geluid wordt geproduceerd
door pijpen met verschillende
lengten (in voeten).
16'
5 1/3'
Hiermee wordt de instelbare voetmaat overgeschakeld (met de knop
[D]), tussen 16' en 5 1/3'.
16'–1'
Hiermee wordt het basisgeluid bepaald van de organ utes. Hoe langer
de pijp, hoe lager de toonhoogte. Vandaar dat de instelling 16' (16 voet)
de component vormt met de laagste toonhoogte van het geluid, terwijl
de instelling 1' de component vormt met de hoogste toonhoogte. Hoe
groter de ingestelde waarde, hoe hoger het volume van het betreffende
register. Door de verschillende volumes van de voetmaten te mengen
kunt u uw eigen onderscheidende orgelgeluiden creëren.
VOL Hiermee stelt u het totaalvolume in van de Organ Flutes. Hoe
langer de grasche balk is, hoe meer volume.
RESP Heeft invloed op zowel het attack- als het release-gedeelte
(pagina 92) van het geluid door de responstijd te verlengen of te
verkorten van het aanzwellen en uitsterven, gebaseerd op de
FOOTAGE-regelaars. Hoe hoger de waarde, hoe langzamer het
aanzwellen en uitsterven.
VIBRATO SPEED Hiermee wordt de snelheid bepaald van het vibrato-effect, dat
wordt geregeld door de hiervoor vermelde parameters Vibrato On/
Off en Vibrato Depth.
MODE Met de MODE-regelaar wordt tussen twee modi geschakeld: FIRST
en EACH. In de modus FIRST wordt attack alleen toegepast op de
eerste noten die worden gespeeld en tegelijkertijd worden
vastgehouden; terwijl de eerste noten worden vastgehouden, wordt
geen attack toegepast op alle noten die daarna worden gespeeld. In
de modus EACH wordt attack toegepast op alle noten.
4', 2 2/3', 2' Met deze parameters wordt het attack-geluidsvolume van de
ORGAN FLUTES-voice bepaald. Met de instellingen 4', 2-2/3' en 2'
wordt de hoeveelheid attack-geluid bij de corresponderende
voetmaten vergroot of verkleind. Hoe langer de grasche balk, hoe
harder het attack-geluidsvolume.
LENG Deze parameter beïnvloedt het attack-gedeelte van het geluid
waardoor een langere of kortere decay (uitsterftijd) onmiddellijk na
de aanvangs-attack wordt geproduceerd. Hoe langer de grasche
balk, hoe langer de decay.