Roland HD-3 Drums User Manual


 
Appendix
20
Problemen oplossen
Probleem Controle Vereiste handeling
Het apparaat
kan niet worden
ingeschakeld
Is de netstroomadapter correct
aangesloten?
Sluit de netstroomadapter correct aan (p. 5).
Geen geluid
Is de [VOLUME]-regelaar helemaal
naar links gedraaid?
Draai de [VOLUME]-regelaar naar rechts (p. 4).
Zijn alle padkabels correct
aangesloten?
Zorg dat de pads correct zijn aangesloten en
dat elke pad is aangesloten op de juiste ingang.
(Zie de afzonderlijke Installatiehandleiding.)
Is de hoofdtelefoon aangesloten op
de hoofdtelefoonaansluiting of de
OUTPUT-aansluiting?
Zorg dat de aansluitingen correct zijn uitgevoerd
(p. 5).
Is de kabel aangesloten op een
uitgang (in plaats van een ingang)
van het aangesloten apparaat?
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het
apparaat dat u gebruikt en controleer of u de
juiste aansluiting gebruikt.
Is de ingangsinstelling op het
aangesloten apparaat correct?
Raadpleeg de gebruikershandleiding van
het aangesloten apparaat en controleer de
ingangsinstelling van dit apparaat.
Geluid is te zacht/
luid tijdens het
spelen
Is de padgevoeligheid te laag of te
hoog?
Controleer de aanpassingen van de gevoeligheid
(p. 16).
Er is dubbele
triggering
Raakt een kabel een pad?
Gebruik de kabelbinders om de kabels te
bevestigen zodat deze de pads niet aanraken.
Als u dit doet, zorgt u ervoor dat de kabels niet
worden gehinderd door de beweging van pads
wanneer u op de pads slaat.
Zijn de cimbaalregelaar en het
cimbaalvel correct bevestigd?
Dubbele triggering kan plaatsvinden als de
cimbaalregelaar of het cimbaalvel te los zitten.
Draai de cimbaalregelaar steviger aan zodat de
dubbele triggering stopt. (Zie de afzonderlijke
Installatiehandleiding.)
Geen geluid
van de externe
klankbron die is
aangesloten op de
MIX IN-aansluiting
Gebruikt u een verbindingskabel
met weerstand?
Als u een verbindingskabel met weerstand
gebruikt, wordt het volume verminderd. Gebruik
een verbindingskabel zonder weerstand.
De aangesloten kabel is mogelijk
defect of beschadigd.
Vervang de kabel.
Is het aangesloten apparaat
ingeschakeld?
Controleer of het aangesloten apparaat
ingeschakeld is.
Staat het geluidsniveau van het
aangesloten apparaat volledig op
nul?
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het
apparaat en stel het volume in.
Het geluid van de
hoofdtelefoon is
vervormd
Als het volume van de
hoofdtelefoon te hoog is, kunnen
sommige tonen klinken alsof ze
vervormd zijn.
Gebruik de [VOLUME]-regelaar om het volume te
verminderen. Dit verhelpt de vervorming (p. 4).
Het outputgeluid
is vervormd
Is het volume te hoog?
Gebruik de [VOLUME]-regelaar om het volume te
verminderen. Of verlaag het inputvolume van de
aangesloten luidsprekers.