Korg Sp-500 Electronic Keyboard User Manual


 
47
Automatische
begeleiding
5
Bewerken van de ritmestijl
U kunt de instellingen op de “Custom
Style” pagina’s 1/2 en 2/2 aanpassen.
Voor details over de instellingen, die kun-
nen worden aangepast, zie “Lijst van
parameters voor de standaard stijl”.
6
Geef uw standaard stijl een
naam
Druk op de “Rename” knop op de
“Custom Style 2/2” om op de “Rename”
pagina te komen. Geef de ritmestijl die u
hebt bewerkt een naam. ( p.48)
7
Sla uw standaard stijl op in het
interne geheugen
Druk op de “Write” knop op de “Custom
Style 1/2” pagina.
Terugkeren naar de originele stijl
Als u op de “Cancel” knop in plaats van
de “Write” knop drukt, keert u terug naar
het beginscherm.
Zet nooit het instrument tijdens het opslaan van
data uit.
Lijst van parameters voor de
standaard stijl
“Custom Style 1/2” pagina
“Tempo” cel: Geef het tempo van de rit-
mestijl aan. U kunt dit aanpassen tussen
40-240.
“Damper Enable” cel keuzevakje:
U kunt voor elke keyboardpartij aange-
ven of het demper pedaal wel of niet
wordt gebruikt.
“Upp1”: Een klank vanaf de Upp1 als de
[LAYER] knop of [SPLIT] knop aanstaat of een
klank vanaf het keyboard als de [LAYER]
knop en [SPLIT] knop uitstaan.
Low/Upp2: Het geluid voor de linkerhande
voor [SPLIT], of het gelaagde geluid op
“Upp1” voor [LAYER].
“Custom Style 2/2” pagina
U kunt de instellingen hieronder voor elke
begeleidende partij gebruiken: Drum, Perc,
Bass, Acc1, Acc2, Acc3, Upp1, Upp2 en Low.
“Part” cel: Om de partij te veranderen
gebruikt u de cellen “”, “” of de
[VALUE] knoppen.
Voor de Upp1, Upp2 en Low partijen is het
niet mogelijk om de “Prog.” cel, “Reverb” cel
of “Chorus” cel toe te passen.
“Wrap Around” cel: Dit kan worden gespe-
cificeerd voor de Bass, Acc1, Acc2, en Acc3
partijen. Het geeft de mogelijkheid om de
toonhoogte te transponeren met één octaaf
als de begeleiding onnatuurlijk laag (of
hoog) wordt. Het bereik van de instellingen
is “Org, 1-12.” Met “Org.” ingesteld, zal de
stijl zijn originele instellingen gebruiken.
Bijvoorbeeld een WrapAround instelling “1”,
gebaseerd op een C akkoord, zou de begelei-
ding één oktaaf naar beneden transponeren
als een C# akkoord werd gespecificeerd. Met
instelling “2” zou de begeleiding één octaaf
naar beneden worden getransponeerd als
een “D” akkoord werd gespecificeerd.
Met instelling “1”
C akkoord Bas patroon 1
C# akkoord 1 met een halve toon en
lager met een octaaf 2
D akkoord 1 met een halve toon en
lager met een octaaf 3