Korg Sp-500 Electronic Keyboard User Manual


 
54
OVDB (overdub): De nieuw opgenomen
gegevens worden toegevoegd aan de
daarvóór-opgenomen gegevens.
AUTP (auto punch-in/ out): auto punch-
in/ out opnemen wordt uitgevoerd.
“OVWR” van de “Rec 1/3” pagina wordt
onafhankelijk van deze instelling gebruikt.
Voor “OVWR” en “OVDB” geldt dat de “start
measure” cel instellingen worden genegeerd.
Het veranderen van de naam van een song
Ga naar de “Rec 3/3” pagina, druk op de
“Song Name” knop en bewerk de naam
van de song. ( p.59)
Opnemen vanaf het midden van
de song
1
Selecteer de gegevens van de
uitvoering, die u had opgeslagen
Laad de gegevens van de uitvoering, die
u had opgeslagen in “Basis opnemen” of
opnemen in stappen. ( p.51)
2
Speel de opgenomen song af
Zet elk spoor op “Play” en druk op de
[PLAY/STOP] knop.
3
Als u bij de maat, die u wilt
opnemen komt, zet het afspelen
stil
Als het afspelen bij de maat komt vanaf
waar u wilt opnemen, druk dan op de
[PAUSE] knop om het stop te zetten.
4
Selecteer het spoor dat u wilt
opnemen
Verander de instelling naar “Rec” voor
het spoor dat u erbij wilt opnemen.
• Als u opneemt met de [ACC] knop aan,
dan zijn het de KBD, CTRL, en CHORD
sporen.
• Als u opneemt met de [ACC] knop uit,
dan zijn het de KBD, en CTRL sporen.
• Als u sporen 1-5 opneemt is het het
daarmee corresponderende spoor.
5
Hef pause op
Druk op de [PAUSE] knop om het afspe-
len te hervatten. Na aftellen van twee
maten zal het opnemen beginnen.
Auto punch-in/ out
Als u een fout maakte of niet het gewenste resultaat
hebt bereikt in een deel van een opgenomen song,
kunt dat deel opnieuw opnemen zonder alles vanaf
het begin opnieuw te hoeven opnemen. Auto
Punch In is de handeling, die automatisch over-
schakelt van afspelen naar opnemen op de hiervoor
aangegeven maat. Omgekeerd is Auto Punch Out
de handeling die automatisch overschakelt van
opnemen naar afspelen op de hiervoor aangegeven
maat.
Deze functie kan op spoor 1–5 gebruikt wor-
den.
1
Selecteer de gegevens van de
uitvoering, die u had opgeslagen
Laad de gegevens van de uitvoering, die
u had opgeslagen in “Basis opnemen” of
in Step Recording. ( p.51)
2
Druk iets eerder op Pause dan
het punt waar de maten, die u
opnieuw wilt opnemen, zich
bevinden
Stel elk spoor in op “Play” en druk op de
[PLAY/STOP] knop. Druk twee of drie
maten vóór de maat, waarop u wilt begin-
nen met opnieuw opnemen, op de
[PAUSE] knop.
3
Selecteer het spoor, dat u
opnieuw wilt opnemen
Druk op de “Track” knop om “Rec” te
selecteren voor het spoor, dat u opnieuw
wilt opnemen.
De volgende instellingen kunnen niet worden
uitgevoerd, tenzij u “Rec” selecteert.
4
Stel de “Recording mode” cel op
de “Rec 2/3” pagina in op
“AUTP”
Druk op de “Recording mode” cel en
gebruik de draaiknop of [VALUE] knop-
pen om “AUTP” te selecteren.
5
Stel de “start measure” cel in
Druk op de “start measure” cel en
“Recording mode” “Start” “End”