Pioneer Sound & Vision MIxer Music Mixer User Manual


 
BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN
9
Du
Nederlands
30 CROSS FADER ASSIGN schakelaar
Deze schakelaar wijst de uitvoer van elk kanaal toe aan de rechter-
of linkerkant van de kruisfader (als er meerdere kanalen aan
dezelfde kant zijn toegewezen, zal het resultaat het gecombineerde
totaal van die kanalen zijn).
A:
Het gekozen kanaal wordt toegewezen aan de [A] (linker) kant van
de kruisfader.
THRU:
De uitvoer van de kanaalfader wordt naar de master-uitvoer
gestuurd, zonder dat deze via de kruisfader loopt.
B:
Het gekozen kanaal wordt toegewezen aan de [B] (rechter) kant
van de kruisfader.
31 CROSS FADER CURVE schakelaar
Gebruik deze schakelaar om een van de drie typen
kruisfadercurven te kiezen.
Het geluidsvolume verandert als volgt:
Bij de linker instelling zal er een snel stijgende signaalcurve zijn.
(Zodra de kruisfader-schuifregelaar de [A] kant verlaat, zal het
[B] geluid weergegeven worden.)
Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale
stijging van de curve gedurende de verschuiving van de
kruisfader.
Bij de middelste instelling zal er een curve zijn die tussen de
hierboven twee beschreven curven in ligt.
Het videoniveau is alleen zoals hierboven is aangegeven wanneer
het videomix-effect van de videokruisfader op [FADE] staat.
32 Niveauregelaar voor videomaster-uitgang (VIDEO MASTER
LEVEL)
Voor het instellen van het helderheidsniveau van de videomaster-
uitgang.
33 MONO/STEREO keuzeschakelaar voor de master-uitgang
In de [MONO] stand wordt het audiomaster-uitgangssignaal in
L+R mono weergegeven.
34 Niveauregelaar voor audiomaster-uitgang (AUDIO MASTER
LEVEL)
Gebruik deze regelaar om het master-uitgangsniveau in te stellen.
(Instelbereik: – tot 0 dB)
De master-uitvoer is het totaal van het geluid van de kanalen die
met de CROSS FADER ASSIGN schakelaar op [THRU] zijn
ingesteld, het signaal dat via de kruisfader loopt en de signalen van
microfoon 1 en microfoon 2.
35 Masterniveau-indicators (MASTER L, R)
Deze segmentindicators geven het audio-uitgangsniveau van de L-
en R-kanalen aan. De indicators hebben een twee-seconden
piekvasthoudfunctie.
36 Masterbalansregelaar (BALANCE)
Voor het instellen van de L/R kanaalbalans van de audiomaster-
uitgang, cabinemonitor-uitgang, opname-uitgang en digitale
uitgang.
37 BOOTH MONITOR niveauregelaar
Gebruik deze regelaar om het volume van de cabinemonitor-
uitgang in te stellen.
Het volume kan onafhankelijk van het master-uitgangsvolume
worden ingesteld. (Instelbereik: – tot 0 dB)
38 Kanaalfader-curveschakelaar (CH FADER CURVE)
Gebruik deze schakelaar om een van de drie typen
kanaalfadercurven te kiezen.
Het geluidsvolume en het videoniveau veranderen als volgt:
Deze instelling wordt op de kanalen 1 t/m 4 toegepast.
Bij de linker instelling zal er een snel stijgende curve zijn
naarmate de kanaalfader haar verre positie bereikt.
Bij de rechter instelling is er een gelijkmatige en neutrale
stijging van de curve gedurende de verschuiving van de
kanaalfader.
Bij de middelste instelling zal er een curve zijn die tussen de
hierboven twee beschreven curven in ligt.
39 SD CARD sleuf
In deze sleuf kan een SD-kaart worden geplaatst.
40 UTILITY toets (MASTER MONITOR, SET UP)
Voor het omschakelen tussen weergave/geen weergave van de
mastermonitor op het LCD-scherm. Wanneer de mastermonitor
op weergave is ingesteld, licht de indicator op. Wanneer de toets
ingedrukt wordt gehouden, gaat de indicator knipperen en
verandert de aanduiding op het LCD-scherm naar de weergave van
het utility-instellingenmenu.
41 VIDEO EQ toets (ON/OFF, SET UP)
Hiermee schakelt u de video-equalizer ON/OFF. De indicator licht
op wanneer de video-equalizer is ingeschakeld. Wanneer de toets
ingedrukt wordt gehouden, knippert de indicator en verandert de
aanduiding op het LCD-display naar de weergave van het
equalizer-instellingenmenu.
42 JPEG VIEWER toets
Voor het inschakelen van de JPEG Viewer modus. De indicator
licht op wanneer de JPEG Viewer modus is ingeschakeld.
43 VIDEO SOLO MODE toets
Voor het in/uitschakelen van de video-solo modus. De indicator
knippert wanneer de video-solo modus is ingeschakeld.
44 Fader-AV synchrotoets (FADER AV SYNC)
Deze toets bepaalt of het geluid en de video samen of afzonderlijk
worden geregeld. Wanneer de toets is ingeschakeld en de
indicator oplicht, verandert bij de bediening van de kanaalfader en
de kruisfader zowel het geluid als het beeld. Wanneer de toets is
uitgeschakeld, verandert bij de bediening van de kanaalfader en de
kruisfader alleen het geluid, terwijl de video wordt geregeld met
behulp van het aanraakpaneel.
45 Effectkanaal-keuzeknop (CH SELECT)
Voor het kiezen van het kanaal waarop de effecten worden
toegepast. Wanneer [MIC] wordt gekozen, zullen de effecten op
microfoon 1 en microfoon 2 worden toegepast.
46 VIDEO FX PATTERN/TEXT BANK regelaar
Voor het kiezen van de video-effecten, video-effectpatronen en
tekstbanken.
47 Effectparameter 1 regelaar (TIME/PARAMETER)
Voor het instellen van de parameter voor het gekozen effect.
Als deze regelaar wordt rondgedraaid terwijl de TAP toets
ingedrukt wordt gehouden, kan handmatig een directe BPM
worden ingesteld.
48 Effectparameter 2 regelaar (LEVEL/DEPTH)
Voor het instellen van de kwantitatieve parameters voor het
gekozen effect.
49
TAP
toets
De BPM wordt berekend op basis van de intervallen waarop de
TAP toets wordt ingedrukt.
50 Effecttoets/indicator (EFFECT ON/OFF)
Voor het in/uitschakelen van het gekozen effect.
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, licht de toets op (dit
betekent dat de effecten zijn uitgeschakeld). Als de effecten
geactiveerd worden (ON), begint de toets te knipperen.
51 Kruisfader-schuifregelaar (A/B)
Hiermee worden de geluids- en videoniveaus afgesteld die aan de
kanten [A] en [B] zijn toegewezen overeenkomstig de instelling van
de CROSS FADER ASSIGN schakelaars. Wanneer FADER AV
SYNC is uitgeschakeld, zal de regelaar alleen het geluid afstellen.
05_SVM-1000_B_DU.book 9 ページ 2007年11月26日 月曜日 午後1時19分