56
<DRB1236>
Du/Sp
BEKNOPTE BEDIENINGSGIDS
INSTELLEN VAN HET
INGANGSNIVEAU
Stuur een signaal naar de ingangs-
aansluiting en stel dan de INPUT LEVEL
regelaar zo in dat de “OVER” indicator
(rood) net niet oplicht.
GEBRUIK VAN DE ISOLATOR
1. Gebruik de LOW, MID en HI regelaars om de drie niveaus in te stellen. (In de –∞
stand is er geen geluid.)
2. Druk de ISOLATOR schakelaar naar u toe (ON stand) om de werking te starten; bij
het loslaten van de schakelaar keert deze automatisch terug naar de middelste stand
(OFF stand). In de middelste stand (OFF stand) wordt het oorspronkelijke geluid niet
beïnvloed ongeacht de instelling van de regelaars. Druk de schakelaar van u weg
zodat deze in de ON [LOCK] stand komt te staan, om de isolator voortdurend te laten
werken, ook wanneer de schakelaar wordt losgelaten.
GEBRUIK VAN DE RITME-EFFECTEN
1. Kies de BPM maatslag-meetfunctie.
Druk herhaaldelijk op de BPM MODE toets totdat
de gewenste indicator (AUTO, MIDI of TAP) op
het indicatorpaneel oplicht.
Indicators voor BPM maatslag-
meetfunctie
EFFECT TIME display
BPM teller
(BPM COUNTER)
2. Kies het effecttype.
Druk op de DELAY, ECHO, PAN, FLANGER of
TRANS toets. De ingedrukte toets begint te
knipperen.
3. Kies de EFFECT FREQUENCY.
Druk op de toets van het frequentiebereik (LOW,
MID of HI) waarop u het ritme-effect wilt toepassen.
De bijbehorende indicator licht op.
4. Kies het ritme (maatslag) waarmee het
effect gesynchroniseerd moet worden.
Druk op de gewenste ritme-toets (1/4, 1/2, 3/4, 1/
1, 2/1 of 4/1). De ingedrukte toets licht op.
5. Schakel het effect in.
Druk de schakelaar naar u toe (ON stand) om de
werking te starten; bij het loslaten van de
schakelaar keert deze automatisch terug naar de
middelste stand (OFF stand). In de middelste
stand (OFF stand) wordt het oorspronkelijke
geluid niet beïnvloed. Druk de schakelaar van u
weg zodat deze in de ON [LOCK] stand komt te
staan, om het ritme-effect voortdurend te laten
werken, ook wanneer de schakelaar wordt
losgelaten.
TIME/BPM draaischijf:
Stel de gewenste effect-tijd in zoals in stap 4.
Draai aan de TIME/BPM draaischijf terwijl u de TAP/
SHIFT toets ingedrukt houdt, om de gewenste BPM
instelling te maken. Wanneer u tevens de BPM
MODE toets ingedrukt houdt, kunt u de BPM in
stapjes van 0,1 instellen.
TAP toets: De BPM kan handmatig worden
ingesteld door tweemaal of vaker in synchronisatie
met de maatslag (kwartnoten) op deze toets te tikken.
MIX regelaar:
Stel hiermee de balans in
tussen het oorspronkelijke
geluid en de effecten.
DEPTH regelaar:
Stel hiermee de parameter van
ieder effect in.
OVER
INPUT LEVEL
MIN MAX
MIX
ORIGINAL EFFECT
DEPTH
BEAT
EFFECTS
MONITOR
MIN
MIN
MAX
MAX
OFF
ON
ON
LOCK
+6dB +6dB +6dB
ISOLATOR LOW MID HI
mSec
AUTO
TAP
MIDI
BPM
EFFECT TIME BPM COUNTER
DELAY ECHO PAN FLANGER
LOW MID HI
TRANS
EFFECT FREQUENCY
OFF
ON
ON
LOCK
BPM
MODE
TAP
/ SHIFT
TIME/
BPM
B
E
A
T
E
F
F
E
C
T
S
1/1
2/1
4/1
3/4
1/2
1/4
∞
—
∞
—
∞
—
56
<DRB1236>
Du
ISOLATOR schakelaar